Het doorbraakproject Bermmaaisel (Greenhub Zuid-Holland) richt zich op het circulair beheer van bermen en openbare ruimte in Rijnland en Zuid-Holland. Het doel is om de bermen op regionale schaal geharmoniseerd te beheren, de veerkracht van de ecologie (lokaal) te verbeteren en een ecologisch netwerk te creëren, waarbij de reststromen die van dit beheer afkomen ook hoogwaardig meervoudig worden hergebruikt in een verwerkingshub. Hiermee dragen we bij aan een biodivers en circulair Zuid-Holland.
Maar deze hoogdravende ambities vereisen nogal wat, bijvoorbeeld van beleid, beheer en van de samenwerking tussen overheden, aannemers en betrokkenen. In het project zijn we daarom overgegaan tot een ‘dry-run’; een droogoefening van de manier waarop aannemers, technologie- en marktpartijen op termijn met elkaar gaan samenwerken. Om inzicht te krijgen in deze samenwerking en te zien waar de knelpunten liggen. In deze serie blogs nemen we jullie mee in het proces dat we tijdens de dry-run doorlopen, met vandaag aandacht voor: maaien, beheren en transport.
Nederland telt wel 330.000 kilometer aan bermen. In de provincie Zuid-Holland alleen al beschikken we over bijna 70.000 ton maaisel (bron). Afgelopen zomerperiode, terwijl in Zuid-Holland ‘De bermen in bloei’ stonden, is onze dry-run gestart in de provincie. Een groep van vijf aannemers reed daarbij de berm in om deze in opdracht van de provincie, gemeentes, waterschappen, etc. te maaien. Het daarbij gewonnen maaisel – we spreken van maaisel omdat er niet alleen gras, maar ook veel andere planten en kruiden groeien – werd vervolgens naar verwerkers gebracht. Maaien, transport en bermbeheer zijn belangrijke onderdelen van de verwaarding van bermmaaisel en hebben verschillende implicaties voor de ecologie, verwerkers, aannemers, overheden en beleidsmakers.
Het doel van de dry-run was om erachter te komen wat er nu allemaal precies komt kijken bij het proces van maaien tot verwerking van het maaisel. Het leert ons samenwerken als keten en levert belangrijke informatie over de kwaliteit van bermen en voor de businesscase van een groene hub in Zuid-Holland. Hierbij kun je denken aan vragen als: Is het maaisel geschikt om te verwaarden zoals we dat willen doen? Is het te vervuild of is het schoon genoeg? Kan er rekening worden gehouden met biodiversiteit? Wat betekenen de opgedane lessen voor nieuw beleid? Tegelijkertijd biedt het de aannemers kans om het maaisel hoogwaardiger weg te zetten. De eindproducten helpen ons om aan andere overheids- en marktpartijen te laten zien wat er kan -en dat het kan. We nemen jullie graag mee in onze bevindingen.
De berm: meer dan een strook gras naast auto- en waterwegen?
Ecologisch beheer van bermen komt in het beleid van Provincie Zuid-Holland op de eerste plaats. De berm biedt naast verkeersveiligheid ook een functie als verbindingsstrook voor alle ecologie (d.w.z. de relatie tussen organismen, planten en dieren, en hun omgeving). Een biodiverse berm ziet er niet alleen mooier uit, maar het verhoogt de (1), waterberging en -regulatie (2), legt koolstof vast (3), absorbeert geluid en wind (4), reinigt bodem, water en lucht (5), onderdrukt of voorkomt plagen (6), gaat bodemerosie tegen (7) en verkoelt (8).
Om dit te bereiken zijn er regels opgesteld waar aannemers bij het maaien en ophalen van bermmaaisel aan moeten voldoen. Tijdens de dry-run kwamen we er echter achter dat deze regels niet voor alle aannemers hetzelfde zijn. Niet alle aannemers hebben dezelfde contracten. Zo mogen sommige aannemers nog met apparatuur werken die door andere aannemers niet meer gebruikt mag worden. Afvoeren van maaisel is positief voor flora, omdat zo de bodem verschraalt en kruidachtigen beter kunnen groeien dan grassen. Daarbij geldt wel een rustperiode. Sommige aannemers moeten het maaisel vijf dagen laten liggen – zo kunnen kleine organismen het maaisel verlaten en kunnen zaden zich verspreiden – terwijl voor andere aannemers een kortere rustperiode geldt. Regels rondom de manier van maaien en wat er daarna mee moet gebeuren hebben invloed op de biodiversiteit in de bermen, de kwaliteit van het maaisel en de mogelijkheden om dit verder te verwerken.
Er kan wat gras tussen het plastic zitten
Er is een belangrijk verschil tussen bermmaaisel uit de veiligheidsstrook (de eerste meter vanaf de weg bezien) en het volveldmaaisel (de berm verder van de weg gelegen). Het maaisel uit de veiligheidsstrook moet direct worden meegenomen en mag dus niet 5 dagen blijven liggen. Verkeersveiligheid staat in dit geval voorop. Omdat het volveldmaaisel blijft liggen, droogt het meer uit. Het bermmaaisel moet een bepaalde droge stofgehalte hebben voordat het wordt ingekuild. Het kan ook te droog worden. Het maaisel van de veiligheidsstrook moet direct worden meegenomen en is dus vochtiger. Het zou dus gunstig zijn om deze twee stromen te combineren. Daarnaast blijkt het maaisel uit de veiligheidsstrook meer vervuild dan het volveldmaaisel. Dit heeft alles te maken met zwerfvuil en bandenslijpsel. Het maakt dus uit waar het maaisel precies ‘geoogst’ wordt, en of hier bijvoorbeeld bekende ‘hotspots’ zijn, zoals bij afslagen na fastfoodrestaurants. Er zijn dus verschillen in de kwaliteit van het maaisel uit de veiligheidsstrook en het volveldmaaisel. Daar moet rekening mee worden gehouden bij de verdere verwerking, bijvoorbeeld door het anders op te slaan of een extra reinigingsstap te doen.
Desondanks bleek al het maaisel dat is geleverd tijdens de dry-run schoon genoeg voor verdere verwerking. Dit betekent dat maaisel uit de veiligheidsstrook in sommige gevallen gebruikt kan worden voor meervoudige hoogwaardige verwerking. We zeggen niet dat alle veiligheidsstroken geschikt zijn, want niet alle veiligheidsstroken zijn even schoon. Daarom werken we met een aantal aannemers aan slimme technologieën die vervuiling vroegtijdig kunnen registreren en deze data gebruiken voor de juiste vervolgstappen tijdens de verwerking.
Goede planning is belangrijk
Om optimale kwaliteit van het maaisel te behouden is een goede planning essentieel. Blijft het maaisel te lang liggen, dan kan het ongeschikt worden voor bepaalde verwerkingsstappen. Tijdens de dry-run kon een enkele aannemer niet maaien omdat het te nat was. Een onverwachte regenbui kan er dus voor zorgen dat de planning verstoord wordt en het maaisel in kwaliteit achteruit gaat. Dit probleem kan worden aangepakt door aannemers meer ruimte te geven bij het ophalen van het maaisel zodat zij om het slechte weer heen kunnen plannen. Voor de dry-run was dit echter een groter probleem dan het voor de toekomstige hub gaat zijn omdat alle aannemers op dezelfde dag moesten leveren. Toch zijn de planning en ruimte om het maaisel op te halen belangrijke factoren om rekening mee te blijven houden om de kwaliteit van het maaisel goed te houden.
Lessen over maaien en beheren
We hebben met succes 117 ton maaisel verzameld. Dit maaisel ligt momenteel ingekuild bij een verwerker. Het inkuilen is een voorbewerkingsstap en zorgt ervoor dat het gras geconserveerd blijft. Daarover meer in de volgende blog. Voor nu hebben we aangetoond dat het ondanks de verschillende contracten en maaimethoden van aannemers toch al mogelijk is om bermmaaisel centraal in te zamelen om op een hoogwaardige manier te verwerken.
Levering van maaisel naar de toekomstige hub moet centraal staan in de algemene planning. Veel aannemers zijn nu namelijk nog niet flexibel in hun planning. Voor een nieuwe dry-run zou het goed zijn om een tweede datum af te spreken waarop teruggevallen kan worden voor het geval het weer niet goed is, of voor de aannemers of de verwerker die toch niet blijken te kunnen. Ook voor de uiteindelijke hub is het een geleerde les: er zijn momenten waarop de planning niet gehaald kan worden. Daar kan op de hub rekening mee gehouden worden.
Een enkele aannemer had het maaisel na het maaien korter gesneden om te voldoen aan de maximale lengte van 15 cm. Hierdoor ontstond er broei in het maaisel waardoor het bijna onbruikbaar werd voor de volgende verwerkingsstappen. De eisen die werden gesteld aan de aannemers leidde tot deze extra stap in de voorbewerking die ze anders niet zouden doen. Flexibiliteit in de leveringsvoorwaarden en tijden helpt aannemers enorm. Goede communicatie is essentieel!
Voor de toekomst is het echter wel van belang dat de balans tussen kwaliteit van het maaisel en de ecologie wordt bewaakt. Hoewel de beste maaimethode afhangt van de locatie en het jaargetijde, wordt klepelen met klem afgeraden gezien dit alles stuk slaat en verspreiding van exoten in de hand werkt. Een andere tip voor ecologisch bermbeheer is om variatie te creëren. Dit kan door hoopjes maaisel en open plekken (zonder maaisel) te maken. Zo krijg je de meeste variatie in het bermlandschap wat uiteindelijk het beste is voor de biodiversiteit.
Op dit moment maaien alle aannemers zoals afgesproken in hun contract. De overheid kan hier op inspelen. Als overheidsinstanties voorschrijven dat er op een ecologisch verantwoorde manier gemaaid moet worden, zal dat ook gebeuren.
Meer weten of doorpraten?
Blijf de komende weken onze voortgang volgen via onze blogserie. Het volgende blog gaat over de volgende stap in het proces: de verwerking.
Blijf op de hoogte van het doorbraakproject en meld je aan voor de nieuwsbrief.