‘Laten we samenwerken en verwerkingsmogelijkheden uitbouwen’
Vernieuwers, experts en probleemoplossers hebben afgelopen anderhalf jaar hard gewerkt om met het doorbraakproject bermmaaisel concrete stappen te zetten richting grootschalige, hoogwaardige verwaarding en meer ecologisch bermbeheer met Kleurrijke Kilometers.
In het streven naar een kringloop waarin bermmaaisel maximaal wordt verwaard was de samenkomst in Woubrugge op 14 november een geweldige opsteker. Daar, op dezelfde plek in de Aspergehof waar twee jaar geleden regionale partijen spraken over de waarden van natuurlijke reststromen in de transitie naar een circulaire regio Rijnland, kwamen we weer (bijna) stoelen tekort.
Vorderingen
Opnieuw werd de ambitie benadrukt om van Rijnland in 2030 een circulaire regio te maken waar boer, burger en recreant zich thuis voelen en ecologische en economische waarden in balans zijn. Tijdens de bijeenkomst, geleid door Lidwien Reyn van het Vernieuwersnetwerk Natuurlijke reststromen Zuid-Holland en Richard Liebrechts (doorbraakprojectleider), kreeg de volle zaal uitleg over samenwerking in de keten waarin het project goede vorderingen heeft gemaakt.
In het eerste jaar van het doorbraakproject was er veel aandacht besteed aan het realiseren van ketens, in het tweede jaar is het belang van ecologie en biodiversiteit leidend om te komen tot maatschappelijke impact. “Het is precies op die combinatie van keten en ecologie waar we de doorbraak in ons project zoeken. En om een doorbraak in denken, doen en organiseren te bereiken”, stelt Richard Liebrechts.
Borgen
,,We begonnen met een droom voor deze regio’’, sprak Lidwien Reyn in haar openingswoord. ,,Er was veel versnipperd, de praktijk soms grillig, maar er is veel gebeurd.’’
Samenwerking en het borgen van iedere schakel blijft essentieel voor succes om een circulaire keten op gang te brengen die bermmaaisel opnieuw inzet als grondstof voor bodem, bouw en buitenruimte’’, stelt Lidwien.
Stip aan de horizon blijft een gezamenlijke biogrondstoffenfabriek. In het zoeken naar een locatie voor deze groene verwerkingshub lijkt een doorbraak te zijn. Voorzichtig wordt gekeken om de verwerking van bermmaaisel en tomatenloof te koppelen op een locatie in Hoek van Holland.
Opbrengsten
Het doorbraakproject is opgesplitst in meerdere themawerkgroepen. Zij presenteerden de opbrengsten van de afgelopen anderhalf jaar. Daarna gingen de deelnemers in groepen uiteen om per thema te bepalen wat er nog nodig is om de beoogde doorbraak te behalen en welke vervolgacties hiervoor nodig zijn.
Hieronder lees je een samenvatting van de opbrengsten.
‘De berm in kaart en de ecologische lint- en bufferfunctie van de berm’
Aletta Martens van Enzov vertelt dat er met veel partijen, van gemeenten en waterschappen tot aannemers en natuurorganisaties gesproken is over samenwerking, informatie-uitwisseling en tot overeenstemming komen over het belang van de berm en eenduidig beheer voor de ecologie en biodiversiteit. Ook is veel geïnvesteerd in het krijgen van inzicht in kennis en data en het belang om deze te harmoniseren. Hierbij zijn onder anderen studenten van de Hogeschool Leiden betrokken geweest.
Aletta: ,,Veel partijen zijn aangehaakt en erkennen de noodzaak en potentie van ecologische verbindingszones en dat dit betere mogelijkheden biedt voor verwaarding van de grondstoffenstroom. Wat wij echter hebben geconstateerd is dat er sprake is van een heel versnipperde aanpak en dat hierdoor kansen worden gemist.”
Kleurrijke Kilometer
Geïnspireerd door De Fruitmotor en hun Krenkelaar in de Betuwe en zoekend naar een tastbaar communicatiemiddel is de Kleurrijke Kilometer bedacht. Samen bouwen we aan een netwerk van aaneengesloten, ecologisch beheerde bermen die flora en fauna ondersteunen. Dat willen we in Rijnland, in Zuid-Holland, en we trekken de lijn door naar Krimpenerwaard & Alblasserwaard én de Betuwe.
Als eerste vervolgstap nemen we vanuit het project het initiatief om de Kleurrijke Kilometer door te ontwikkelen tot een standaard. Vanuit gesprekken met o.a. Naturalis, groenaannemers, een aantal Rijnlandse gemeenten, Groene Cirkels Bijenlandschap / ODWH en Datacadabra krijgt dit concept nu meer vorm en bespreken we waar en hoe een eerste aantal kilometers kan worden gerealiseerd.
Groene stromen in de kleine kringloop
Rolf Balvert van GKB gaf een toelichting op de zogenoemde Kleine Kringloop; van maaisel naar product. Dat gebeurt in Zuid-Holland al op diverse manieren; rechtstreeks naar potstallen, of via CMC-compost bewerkt tot bodemverbeteraar, of gewone compost en bokashi als bodemverbeteraar. Ook zijn er kleine ‘mobiele verwerkingshubs’, die ter plekke opgezogen blad en ander maaisel versnipperen en terug op de bodem brengen. Naast deze kleine kringloopoplossingen bestaat de mogelijkheid tot het meer centraal en meervoudig verwerken van maaisel; hier ligt de link met de andere themagroep. Rolf roep op tot verdere samenwerking en het gebruik maken van elkaars kennis.
Met de oproep: ‘Neem verantwoorde beslissingen over bermmaaisel!’ gingen de aanwezigen in deze themagroep met elkaar aan tafel. Hoe bepaal je nu wanneer welke route leidt tot optimale verwaarding? Als resultaat van dit gesprek neemt het projectteam het initiatief om te komen tot handreiking en afwegingskader voor het inzetten van bermmaaisel. Deze handreiking wordt in het voorjaar van 2025 opgeleverd.
Meervoudige verwaarding; samenwerken in de keten
Jelte van Mill van Spaak CS ging in op het meervoudig verwaarden van bermmaaisel en andere reststromen voor verwerking in de bodem, energie en bouw. ,,In de toekomstige hub dient de output van het ene proces als input voor een ander proces. Door onze krachten te bundelen en nauw samen te werken, maken we het geheel groter dan de som der delen’’, aldus Jelte.
Proef geslaagd
Om inzicht te krijgen in de processen, de kwaliteit van het maaisel en uitdagingen binnen de ketensamenwerking is deze zomer een dry run gestart met aannemers, technologie- en marktpartijen. Jelte: ,,Ondanks verschillen in de kwaliteit van het maaisel is de proef toch geslaagd. We hebben belangrijke inzichten gekregen over de wijze van aanleveren, het inkuilen en de fermentatie van het maaisel. Deze bieden een goede basis voor toekomstige grootschalige implementatie.’’ Het ingekuilde gras wordt door SAM Panels gebruikt voor de productie van plaatmateriaal voor interieurbouw.
Jelte nodigde iedereen aan zijn tafel uit om door te gaan met een strategische samenwerking. Dat moet partijen binden aan het gemeenschappelijk doel van een verwerkingshub. En elk jaar ertoe leiden dat maaisel wordt verwerkt tot producten waar we nu al concreet vraag naar hebben.
Verwerkingshub, de technologie, aansturingsmodel en locatie
John Smits van Sam Panels vertelt dat bij de verwerkingshub een groot aantal partners betrokken zijn die anders moeten leren denken, doen en organiseren. Gemeenten bijvoorbeeld – die in feite de eigenaren van de grondstoffen zijn -, hebben immers andere belangen dan de groenaannemers, afnemers en producenten. Dit vraagt volgens de werkgroep om een aansturingsmodel met een Raad van Toezicht met de eigenaars van de hub, een vertegenwoordiger van de areaaleigenaren en van het maatschappelijk belang. John: ,,Iedere schakel in het proces moet worden geborgd, anders valt het stil.’’
Zoektocht
Een zoektocht naar een locatie in en buiten de regio Rijnland blijkt vanwege wet- en regelgeving en de toegang tot energie tot nu toe een lastige. Maar er lijkt een doorbraak. Er zijn voorzichtige gesprekken over het koppelen van de verwerking van bermmaaisel en tomatenloof – uit het doorbraakproject Tomatenloof Verbindt – op een locatie in Hoek van Holland.
Het aansturingsmodel is in het project tot stand gekomen door gesprekken met marktpartijen te voeren. De deelnemers aan tafel bij John zijn dieper ingegaan op de voorwaarden waaronder ook overheidspartijen aansluiting kunnen vinden bij de hub. Op basis van het gesprek bleek invulling van de term opdrachtgeverschap essentieel, zowel intern als richting een aannemer en de hub. Het doorbraakproject blijkt hier in belangrijke mate een bijdrage te leveren aan interne doorbraken. De deelnemers aan deze tafel gaven aan in hun eigen organisatie gesprekken te beleggen om intern helderheid te krijgen over waar dit opdrachtgeverschap belegd moet worden en hoe dit vorm moet krijgen.